Noem de naam Gutenberg en bijna iedereen zal zeggen dat hij de uitvinder van de drukpers was. Dat was hij natuurlijk ook maar zijn idee om woorden op te splitsen in losse letters die keer op keer konden worden gebruikt was zonder meer het belangrijkste en centrale onderdeel van zijn uitvinding. Dat wisten ze ook al in de zestiende- en zeventiende eeuw. De ‘Coster Mythe’ – het verhaal over Laurens Jansz Coster, dat in Haarlem nog steeds wordt geloofd – bevestigd dat: de held van dat verhaal liep met kinderen door de duinen en sneed daar lettertjes uit in een stukje schors. Hij liet zijn houten letter vallen en Eureka!

Het snijden en gieten van letters was een gecompliceerd procedé dat hier te zien is. In het begin van de zestiende eeuw werd het gieten van letters een specialisme. Daarvoor sneden drukkers hun eigen letters of, en dat zullen de meesten zijn geweest, lieten ze hun letters maken door een zilversmid. Daarom vinden we in de vijftiende eeuw zoveel lettertypen: bijna 3000. Er bleven altijd drukkers die hun eigen lettermateriaal sneden of in ieder geval goten, zoals Plantijn.


Tegenwoordig zijn de Romein en de Cursief de meest gebruikte lettertypen. In de begintijd waren allerlei varianten van gothisch lettertypen populair. Jenson was eerste die een Romein gebruikte (voorlopers zoals de letters van Lauer worden als voorlopers beschouwd, een soort Neanderthalers in lettervorm). Romein: het voorbeeld was het handschrift van humanisten zoals Poggio die op hun beurt Carolingische handschriften imiteerden in de veronderstelling dat dat het handschrift van de klassieke Romeinse schrijvers, zoals Cicero, was.
De cursief is gebaseerd op het handschrift van de ambtenaren die in dienst waren van de paus (en andere kanselarijen). Hij werd voor het eerst gebruikt door de te Venetië werkzame Aldus Manutius en ontworpen door Francesco Griffo. Het idee was dat zo papier werd bespaard – althans dat wordt nu gedacht. Of dat zo is, vraag ik me af. Maak een Romein een fractie kleiner of de marges een paar millimeter breder en je hebt geen cursief meer nodig. De italianen vonden hem prachtig. tot de achttiende eeuw was het de meest gebruikte letter.

Zijn die losse letters noodzakelijk voor het maken van mooi drukwerk? De Chinezen sneden al eeuwen complete bladzijden in hout en de pagina’s van Palatino laten zien wat de mogelijkheden waren. Maar het westerse schrift was toch minder geschikt dan de Chinese tekens. Een hele bladzijde was moeilijk te maken en kwetsbaar. De Chinese drukkers drukten overigens even snel als hun westerse vakbroeders. De vele houtblokken bewaarden ze in reusachtige schuren.
Bijna dagelijks word ik er door Twitter aan herinnerd dat de Chinezen en Koreanen lang voor Gutenberg losse tekens gebruikten, gegoten in brons. Maar wie het drukwerk ziet dat daarmee werd gemaakt, moet concluderen dat de kwaliteit ervan laag was, onbruikbaar voor serieuze teksten (ze werden gebruikt voor op te rollen gebeden die ongelezen in kokertjes in een schrijn werden opgeborgen). En hoe gebruik je losse tekens voor een taal met rond de 50.000 tekens waarvan een lezer er zo’n 8000 kende?

Een overzicht van lettertypen 1460-1500 is hier te vinden.
Een van de meest complete lettertypen is de Brill, ontworpen voor een uitgever die publiceert in en over alle talen van de wereld.
Wouter Nijhoff publiceerde een overzicht van letters en decoratie die door Nederlandse drukkers werden gebruikt 1500-1540.
Over het ontwerpen van letters in heden en verleden zie: ilovetypography.com
[Paul Dijstelberge]